God en natuurrampen – Zijn zij het werk van God of van de duivel?
De geschiedenis bevat vele natuurrampen. Welke rol speelt God hierin? Op 26 december 2004 raasde de Zuid-Aziatische tsunami langs de Indische Oceaan. Deze tsunami trof maar liefst 11 landen en veroorzaakte meer dan 225.000 doden. Wetenschappers vertellen ons dat de tsunami niet alleen het landschap van Azië veranderde, maar dat de aarde zó heftig geschud werd dat zij even van haar as werd gebracht. Het jaar 2010 was slechts 12 dagen oud toen in Haïti, na de zware aardbeving, het dodental opliep tot 222.570. Hoewel de bevingen van Indonesië (3 april 2012) tot verschuivingen langs de breuklijnen leidden, veroorzaakten zij geen dodelijke tsunami's. Wel veroorzaakten zij de op zes na grootste aardbeving van de laatste halve eeuw.1
Men kan zich afvragen of deze natuurrampen het werk zijn van Satan die "steelt, doodt en vernietigt". Als dit correct is, waarom doodt hij dan niet alle schepselen van God door middel van aardbevingen? Waarom veroorzaakt hij geen overstromingen in steden waar veel mensen wonen die God dienen? In Genesis 6 overspoelde een universele stortvloed de hele planeet, om bijna de gehele mensheid te vernietigen.
Toen God neerdaalde op de berg Sinaï, beefde heel de aarde (Exodus 19:18). De "Sjechiena", of de "heerlijkheid des Heren", werd voor alle mensen zichtbaar. Toen Jezus op het kruis Zijn laatste adem uitblies, beefde de aarde en werden rotsen gespleten. Het gordijn van de tempel, dat het Heilige en het Allerheiligste van elkaar afscheidde, werd verscheurd door een bovennatuurlijke kracht. De lichamen van veel dode heiligen kwamen tot leven (Matteüs 28:2-3). Waarom zou de duivel de aandacht willen vestigen op Gods haat voor de zonde of Gods heerschappij over de dood willen erkennen? In plaats daarvan blijft Satan gebonden en zal hij voor de eeuwigheid onderworpen worden aan de kracht, het koninkrijk van onze God en het gezag van Jezus Christus (Openbaring 12:9-10).
God en natuurrampen – Waarom laat God dit toe?
Natuurrampen gebeuren zeer vaak zonder een waarschuwing vooraf. De "U.S. Geological Survey" houdt aardbevingen over de hele wereld in het oog. Tijdens een rondleiding in hun vestiging te Colorado was ik getuige van de aardbevingen in Vanuatu en Alaska, respectievelijk 4.7 en 4.6 op de schaal van Richter.2 Terwijl de naalden als een gek over het papier krasten, keek ik "hulpeloos" toe hoe God de aarde liet stuiptrekken. Media rapporteerden over de aardbevingen in Indonesië (8.6 en de naschokken 8.2 op de schaal van Richter). Radeloze vrouwen renden op straat rond en hielden huilende kinderen vast. “God! Wat hebben wij gedaan om dit te verdienen?” Een moeder schreeuwde: “Welke zonden hebben wij dan begaan?”3
Slechts weinig natuurrampen die voorkomen in de Bijbel zijn alleen maar historische feiten, zonder enige symbolische waarde (Amos 1:1). In plaats daarvan weerspiegelen deze rampen vaak een directe uiting van Gods macht (Nahum 2:1-6). Net als een goddelijke krijger zal de soevereine Heer zijn vijanden als een "wervelwind" aanvallen (Jesaja 29:6). Gods toorn zal als "bergstromen van regen en hagel" omverwerpen wat de mens tegen Hem heeft gebouwd (Ezechiël 13:10-11). God, en alleen God, vormt en beweegt de krachten van de natuur. Zo zal Zijn wil volbracht worden:
God en natuurrampen- Waarom gebeuren ze bij zowel Christenen als ongelovigen?
In Gods ontwerp voor de wereld laat Hij veel gebeurtenissen hun vrije gang gaan volgens "tijd en toeval" (Prediker 9:11), zodat vele tragedies toevallig en niet te voorzien zijn. Dit geldt voor zowel Christenen als ongelovigen. Als wij God aanvaarden als Schepper van Hemel en Aarde, moet Hij volledige kennis en controle hebben over de dingen die Hij laat gebeuren.
Er zal altijd een vleugje mysterie hangen rond de Goddelijke doeleinden van de Heer. Dat is iets wat we nooit helemaal kunnen bevatten (Romeinen 11:33-34). We kennen de doeleinden van God niet. We begrijpen niet waarom sommige mensen meer moeten lijden dan anderen. Of waarom specifieke situaties zich voordoen in onze levens. Toch is er een garantie die wij hebben wanneer we God laten heersen over ons leven. “Mijn volk zal wonen in een oase van vrede, een veilige woonplaats, een oord van ongestoorde rust.” (Jesaja 32:18)
God vertelt in de Bijbel dat natuurrampen zullen toenemen in frequentie en intensiteit, naarmate het einde der tijden nadert – zodat mensen wakker worden geschud uit hun staat van zelfgenoegzaamheid en Hem beginnen te zoeken (Marcus 13:8; 23-25; Openbaringen 11:13; 16:18-21). Wanneer zich natuurrampen voordoen, beschikken gelovigen over een goed geweten als ze hun geloof in Gods beloften en voorzienigheid plaatsen. "God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. Daarom vrezen wij niet, al wankelt de aarde en storten de bergen in het diepst van de zee." (Psalm 46:1-2)
Hebben tragedies enige betekenis?
Copyright © 2002-2021 AllAboutPopularIssues.org, Alle rechten voorbehouden